Op de derde dinsdag van september (17 september 2024) is het weer tijd voor Prinsjesdag. De hoedjes, de gouden koets en de troonrede zullen dan zoals altijd aan bod komen. Maar voor de ondernemer nog belangrijker, het belastingplan voor 2025 wordt gepresenteerd. In de voorjaarsnota en het hoofdlijnenakkoord waren de plannen en het beleid voor de komende jaren al bekend gemaakt. Op Prinsjesdag zien we eindelijk hoe deze plannen zich gaan ontwikkelen in het komende jaar volgens het belastingplan 2025. Dit belastingplan is gepresenteerd, waarna dit zal worden besproken door de eerste en tweede kamer alvorens het wordt doorgevoerd. Wil je weten hoe een belastingplan precies tot stand komt? Dit heeft de rijksoverheid haarfijn uitgelegd op deze pagina: Hoe komt het Belastingplan tot stand?
Inhoudsopgave
Let op! Dit is het belastingplan wat het kabinet momenteel bekend heeft gemaakt. De plannen in het belastingplan 2025 zouden in de toekomst kunnen worden gewijzigd door de tweede en eerste kamer.
Als ondernemer zijn er verschillende punten in het belastingplan 2025 die van invloed kunnen zijn op jou en je onderneming. Denk bijvoorbeeld aan afspraken over lonen van je medewerkers, wijzigingen in inkomstenbelastingpercentages of klimaat en energie maatregelen. Omdat de invloed van de maatregelen in het belastingplan 2025 verschillen per situatie hebben wij de belangrijkste verwachte wijzigingen voor jou uitgelicht. Na de presentatie van het belastingplan, en de daarop volgende maanden waarin de plannen worden goedgekeurd, zullen we je op de hoogte houden van alle ontwikkelingen. Zo weet je na het lezen van deze blog precies wat jou als ondernemer te wachten staat voor het komende jaar.
Inkomstenbelasting
De inkomstenbelasting zal in verschillende boxen worden aangepast volgens het belastingplan 2025, zowel box 1, als box 2 en box 3 zullen veranderingen doorstaan in het komende jaar. Daarnaast zijn er ook wijzigingen in verschillende aftrekposten en vrijstellingen. In dit gedeelte van de blog lees je alles over de verwachte wijzigingen in de inkomstenbelasting voor 2025.
Algemene heffingskorting
Vanaf 2025 wordt de afbouw van de algemene heffingskorting aangepast. Wat nu bevestigd is, is dat het afbouwpunt van de algemene heffingskorting gekoppeld zal worden aan het wettelijk minimumloon, en dat de heffingskorting met €335 wordt verlaagd. Dit betekent dat de afbouw van de heffingskorting bij een hoger inkomen zal beginnen, maar het bedrag dat wordt afgebouwd is lager, waardoor het afbouwpercentage daalt van 6,63% naar 6,34%. Andere mogelijke aanpassingen, zoals dat het verzamelinkomen van box 1, box 2 en box 3 mee telt voor de algemene heffingskorting is nog niet bevestigd.
MKB winstvrijstelling verlaagd
Het huidige tarief van de MKB winstvrijstelling van 13.31% wordt volgens het belastingplan 2025 verlaagd naar 12.7%. De MKB-vrijstelling is een aftrekpost voor MKB ondernemers (enkel eenmanszaak, maatschap of VOF) waarin een percentage van de winst wordt vrijgesteld van belastingheffing. Dit resulteert erin dat je als ondernemer meer belasting betaalt. In een simpel rekenvoorbeeld zullen we laten zien wat het effect is van het verlagen van de MKB-winstvrijstelling.
Rekenvoorbeeld MKB-winstvrijstelling
Stel dat jouw onderneming € 50.000,- winst maakt en de MKB-winstvrijstelling is 12,7% in 2025. Hoe veel belasting betaal je meer in 2025 t.o.v. 2024 (13,31%) door de verlaging van de MKB-winstvrijstelling?
2024:
13,31% van 50.000 = € 6.655
€ 50.000 – € 6.655 = € 43.345
2025:
12,7% van €50.000 = € 6.350
€ 50.000 – € 6.350 = € 43.650
In 2025 betaal je dus over €305 meer belasting dan in het huidige jaar.
Wijzigingen giftenaftrek
Vanaf 2028 wordt de giftenaftrek in de inkomstenbelasting gevoerd, de eerste stap om dit te verwezenlijken zal in 2025 worden gezet. Wat dit uiteindelijk zal betekenen voor jou als ondernemer is dat verschillende soorten giften allemaal fiscaal op dezelfde manier worden behandeld. Wat dit voor 2025 precies zal betekenen, is nog niet bekend.
Verlaging tarief Box 1 belastingplan 2025
In het definitieve belastingplan zijn maatregelen genomen om de inkomstenbelasting in box 1, voor belasting uit arbeid, te verlagen. De eerste schijf, die geldt voor inkomens tot € 38.441 per jaar, wordt verlaagd naar 35,82%. Daarnaast komt er een tweede schijf met een tarief van 37,48%, die van toepassing is op inkomens tussen € 38.441 en € 76.817 per jaar. Het hoogste tarief van 49,50% zal gelden vanaf €76.817 per jaar. Met deze aanpassingen beoogt het kabinet de koopkracht van middeninkomens en verschillende kwetsbare groepen te verbeteren.
Verlaging toptarief box 2 belastingplan 2025
Naar aankondiging in het belastingplan 2025 zal het hoogste belastingtarief in box 2 worden verlaagd van 33% in 2024 naar 31% in 2025. Dit betekent voor jou als ondernemer dat het voordeliger wordt om winsten als dividend uit te keren uit je onderneming zodra deze in het hoogste tarief vallen van box 2. Ben je van plan om in 2024 dividend uit te keren wat deels in het hoogste tarief valt, kan het interessant zijn om deze dividenduitkering uit te stellen tot 2025.
Tarief box 3 blijft hetzelfde, vrijstelling verhoogd
De verwachting was dat ook het belastingtarief voor box 3 zou worden aangepast. Dit is echter niet het geval. Het huidige percentage (2024) bedraagt 36% en dit zal in 2025 36% blijven. De vrijstelling in box 3 gaat wel omhoog. Deze gaat van €57.000 naar €57.684.
Verlaging van de vrijstelling voor groene beleggingen
Volgens een rapport in juli 2024 gepubliceerd wordt de vrijstelling voor groene beleggingen in box 3 wordt vanaf 2025 verlaagd van 71.251 euro (voor fiscale partners 142.502 euro; in 2024) naar 30.000 euro (voor fiscale partners 60.000 euro). Dit is nog niet gebleken uit het huidige belastingplan 2025. Dit is een flinke verlaging, en zal impact hebben op individuen die investeren in groene beleggingen of groene spaartegoeden, zij zullen namelijk over 41.251 euro meer van hun groene investeringen vermogensbelasting moeten betalen in 2025 dan in 2024.
Bedrijfsopvolging volgens belastingplan 2025
In 2026 worden er belangrijke wijzigingen doorgevoerd in de fiscale regelingen voor bedrijfsopvolging en vermogensoverdracht. Het is belangrijk om hier als ondernemer al van op de hoogte te zijn omdat een bedrijfsovername natuurlijk veel voorbereiding vereist. Ook is handig om te weten op welk moment je een eventuele overname het beste kunt uitvoeren om optimaal gebruik te maken van de regelingen en fiscale opties. De wijzigingen zorgen in veel gevallen voor meer flexibiliteit bij overdracht, maar er zijn ook regelingen die het juist weer lastiger maken om over te dragen.
Afschaffing dienstbetrekkingseis in de doorschuifregeling
Vanaf 2026 wordt de dienstbetrekkingseis van de Doorschuifregeling (DSR) afgeschaft. Het gevolg hiervan is dat een bedrijfsopvolger niet langer 36 maanden in dienst moet zijn bij de onderneming om gebruik te kunnen maken van de Doorschuifregeling bij schenking van een IB-onderneming of een aanmerkelijke belang. Dit maakt bedrijfsopvolging flexibeler dan voorheen.
Invoering minimumleeftijd bij schenking voor BOR en DSR
Een regeling die vanaf 2026 zal worden doorgevoerd en het schenken minder flexibel maakt is de minimumleeftijd van 21 jaar die zal worden ingesteld bij bedrijfsopvolgers bij schenking. Dit zal niet gaan gelden bij vererving, waardoor de onderneming kan blijven bestaan bij overlijden van de ondernemer. De doorvoering van deze regeling zou bedrijfsopvolging eerlijker en transparanter moeten maken.
Afschaffing 5%-doelmatigheidsmarge in de BOR en DSR
De 5%-doelmatigheidsmarge in de schenk- en erfbelasting (BOR) wordt vanaf 2026 afgeschaft. Dit betekent dat aanwezig beleggingsvermogen ter grootte van 5% van het ondernemingsvermogen niet langer kwalificeert voor de BOR en DSR. De datum van afschaffing van deze marge in de inkomstenbelasting (DSR) wordt later bekendgemaakt. Deze verandering voorkomt dat beleggingsvermogen wordt geassocieerd met ondernemingsvermogen.
Erkenning van keuzevermogen als bedrijfsvermogen in de BOR en DSR
Vanaf 2026 worden bedrijfsmiddelen enkel nog beschouwd als ondernemingsvermogen als ze daadwerkelijk worden gebruikt door het bedrijf. Dit geldt voor elk bedrijf met een minimale waarde van 100.000 euro. Hierdoor wordt de huidige praktijk beperkt om deels gebruikte bedrijfsmiddelen volledig als ondernemingsvermogen te beschouwen in bepaalde situaties. Hierdoor kan alleen het deel van de bedrijfsmiddelen dat daadwerkelijk wordt gebruikt door het bedrijf in aanmerking komen voor de BOR en de DSR.
Verlaging BOR-vrijstellingspercentage en verhoging 100% vrijstellingswaarde
De BOR-vrijstelling wordt in 2026 aangepast naar 100 procent van de going concernwaarde van de onderneming tot 1,5 miljoen euro en 75 procent over het meerdere aan ondernemingsvermogen. Dit betekent dat meer ondernemers profiteren van volledige vrijstelling tot een hoger bedrag, wat gunstig is voor kleine en middelgrote bedrijven. In 2024 is dit 100% tot een bedrijfswaarde van 1.325.253 euro en 83 procent over het meerdere aan ondernemingsvermogen.
Belangrijke Versoepelingen in de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) per 2026
Vanaf 1 januari 2026 worden de bezits- en voortzettingseisen voor de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) versoepeld. Veranderingen in de structuur of rechtsvorm van de onderneming zullen niet meer leiden tot een nieuwe bezitstermijn, mits de gerechtigdheid van de schenker of erflater niet wijzigt, wat ondernemers meer flexibiliteit biedt bij herstructureringen zonder fiscale nadelen. Bovendien wordt de voortzettingseis verkort van vijf jaar naar drie jaar, waardoor verkrijgers eerder mogelijkheden krijgen voor wijzigingen in hun bedrijfsvoering en het eenvoudiger wordt om aan de voortzettingseis te voldoen zonder bedrijfseconomische nadelen.
Loonbelasting volgens belastingplan 2025
Ook voor de loonbelasting worden een aantal wijzigingen verwacht die bekend worden gemaakt in het belastingplan 2025. Veranderingen in de loonbelasting hebben aanzienlijke invloed op ondernemers, omdat zij direct van invloed zijn op de loonkosten en het aantrekken van werknemers. Aanpassingen in belastingvoordelen en fiscale regelingen kunnen bijvoorbeeld de financiële prikkels voor het aannemen van bepaalde doelgroepen wijzigen, wat kan leiden tot hogere of lagere loonkosten. Voor jou als ondernemer kan dit veel invloed hebben op je onderneming.
Loonkostenvoordeel doelgroep ouderen
Het loonkostenvoordeel (LKV) wordt per 1 januari 2025 verlaagd en per 1 januari 2026 volledig afgeschaft voor de doelgroep ouderen. Maar het LKV ouderen blijft ongewijzigd voor dienstbetrekkingen die voor 1 januari 2024 zijn begonnen. Naar aanleiding van deze maatregel krijgen werkgevers minder financiële incentives om oudere werknemers aan te nemen, wat kan leiden tot een terughoudender houding van werkgevers bij het aannemen van oudere werknemers.
Gezien de data waarvoor een oudere medewerker moet zijn aangenomen al is verstreken, kan je hier als ondernemer niet meer op inspelen. Wel is het goed om te weten dat dit in de toekomst zal worden afgebouwd tot volledige afschaffing.
Aanpassing in de extraterritoriale kostenregeling
Op basis van het evaluatieonderzoek van SEO Economisch Onderzoek genaamd Kunde, Kosten en Keuzes, worden aanpassingen verwacht in de extraterritoriale kostenregeling, waaronder de 30%-regeling. Dit onderzoek, dat op 14 juni 2024 werd gepresenteerd, onderzoekt hoe efficiënt en effectief deze regelingen zijn. Ondanks enkele inefficiënties blijkt de 30-procentregeling effectief te zijn bij het aantrekken van kennismigranten. Het laat buitenlandse werknemers maximaal 30% van het loon onbelast.
Het onderzoek geeft suggesties voor mogelijke maatregelen om de administratieve druk te verlichten en een eerlijk speelveld te creëren. Uit het belastingplan 2025 blijkt dat het kabinet niet verwacht de versobering van de 30% regeling in te zetten tot 2027.
VPB, minimumbelasting en bronbelasting
De VPB (vennootschapsbelasting), minimumbelasting en bronbelasting gaan ook een aantal veranderingen tegemoet in de komende jaren welke invloed kunnen hebben op jouw ondernemingen. Het is belangrijk om als ondernemer op de hoogte te zijn van deze veranderingen over de jaren om een goed meer jaren plan op te kunnen stellen.
VPB tarieven blijven hetzelfde
De tarieven van de vennootschapsbelasting zullen hetzelfde blijven. Dit betekent dat t/m €200.000 belastbare winst het lage belastingtarief geldt van 19%. Voor meer dan €200.000 belastbare winst geldt het hoogste tarief van 25,8%
Aanpassing kwijtscheldingswinstmaatregel door samenloop kwijtscheldingswinstvrijstelling en verliesverrekening
De samenloop tussen de verliesverrekeningsmaatregel in de Vpb en de kwijtscheldingswinstvrijstelling kan in bepaalde gevallen sanering van een verlieslijdende onderneming bemoeilijken, namelijk als vorderingen op die onderneming worden kwijtgescholden. De verliesverrekeningsmaatregel stelt verlieslijdende ondernemingen in staat om verliezen te kunnen verrekenen met behaalde winsten uit vorige of toekomstige jaren. De kwijtscheldingswinstvrijstelling komt in beeld zodra een schuldeiser vorderingen op een onderneming kwijtscheldt. Deze kwijtscheldingswinst is namelijk vrijgesteld van Vpb.
Door de huidige wetgeving omtrent verliesverrekeningsregels, kan de kwijtscheldingswinst ondanks de vrijstelling toch leiden tot belastingheffing. Dit gebeurt omdat de vrijstelling eerst de verrekenbare verliezen vermindert die eigenlijk in aanmerking komen voor de verliesverrekeningsmaatregel, waardoor er alsnog belastbare winst ontstaat. Hierdoor kan een verlieslijdende onderneming te maken krijgen met een onverwachte belastingheffing waardoor het lastiger wordt de onderneming financieel weer op de rit te krijgen.
‘Open cv’ als zelfstandig belastingplichtige wordt afgeschaft
Maak je gebruik van een commanditaire vennootschap (cv) in je bedrijfsstructuur? De open cv’s worden naar verwachting afgeschaft vanaf 2025. Dit betekent dat er een overgang naar transparante cv’s zal zijn. Dit kan fiscale gevolgen hebben voor jouw onderneming, wat deze gevolgen zijn verschilt per situatie.
Opsplitsen vastgoedvennootschappen vanwege renteaftrek tegengegaan
Het opsplitsen van een vastgoedvennootschap die onroerend goed aan derden verhuurt in meerdere kleinere vennootschappen, met als doel meer rente af te kunnen trekken, wordt aan banden gelegd. Door zo’n splitsing kan men namelijk onder de earningsstrippingmaatregel (ook wel EBITDA-regel genoemd) een groter bedrag aan rente aftrekken. Hierdoor kan de drempel van 1 miljoen euro vaker worden benut. Het voorstel is om deze drempel bij dergelijke vastgoedlichamen volledig buiten toepassing te laten.
Verhoging renteaftrek percentage EBITDA
In het Hoofdlijnenakkoord is aangekondigd dat het percentage voor toepassing van de earningsstrippingmaatregel wordt verhoogd van 20% naar 25% van de fiscale EBITDA. Rente tot 1 miljoen euro is niet in aftrek beperkt. Zo kunnen bedrijven waar dit voor geld meer rente op leningen in aftrek brengen.
Omzetbelasting
Als ondernemer in elke sector heb je te maken met omzetbelasting. In de komende jaren zullen er een aantal dingen veranderen welke invloed hebben op bepaalde sectoren en branches. In dit gedeelte lees je welke veranderingen er verwacht worden en wat dit betekent voor bepaalde ondernemingen.
Bestaande btw-herzieningsregeling wordt uitgebreid voor verhuur constructies
Per 1 januari 2026 wordt de btw-herzieningsregeling uitgebreid naar diensten omtrent onroerende zaken van tenminste € 30.000, zoals onderhoud of verbouwingen. Momenteel geldt deze regeling alleen voor onroerende zaken zoals panden. Voortaan moeten ondernemers 5 jaar lang bijhouden of de initiële btw-aftrek op soortgelijke diensten moet worden gecorrigeerd. Door deze maatregel in te voeren, worden short-stay structuren onaantrekkelijker, waarmee momenteel btw op verbouwingskosten wordt ontlopen.
Afschaffing verlaagd btw-tarief verschillende culturele goederen en diensten en logies
Per 2026 wordt volgens het belastingplan het lage btw-tarief op culturele goederen (Bijv. boeken en films), culturele diensten (bijv. het theater) en logies (bijv. hotels) afgeschaft. Dit zal in het hoge tarief gaan vallen. Dit zal een directe invloed hebben op de kosten van de bovenstaande diensten en goederen. Voor bioscopen, attractieparken, speeltuinen, siertuinen, circussen, kermissen, dierentuinen en niet-commerciële sportverenigingen blijft het btw-tarief van 9% gelden.
Aanpassing van de samenloopregeling btw/overdrachtsbelasting bij aandelentransacties in vastgoed
De samenloopvrijstelling in de overdrachtsbelasting wordt per 1 januari 2025 aangepast om meer gelijkheid te creëren tussen aandelentransacties en directe vastgoedtransacties. Dit speelt vooral in situaties waar een vennootschap nieuw ontwikkeld vastgoed bezit en in plaats van het vastgoed zelf, de aandelen worden verkocht.
Tot nu toe was in zulke gevallen vaak geen btw of overdrachtsbelasting verschuldigd. De nieuwe regeling stelt dat als het vastgoed in de vennootschap voor minder dan 90 procent voor btw-belaste prestaties wordt gebruikt, bijvoorbeeld bij de verhuur van woningen of vastgoed in de onderwijs- of zorgsector, de aandelenoverdracht belast wordt met 4 procent overdrachtsbelasting.
Klimaat en energie
In de lijn met de verduurzaming zullen er in de komende jaren ook wederom stappen worden genomen naar een groenere toekomst. Als stimulans zal de overheid verschillende maatregelen gaan doorvoeren voor bedrijven in verschillende sectoren. Door op de hoogte te zijn van de veranderingen kun je verduurzaming goed opnemen in een meerjarenplan en kom je niet voor onverwachte kosten te staan.
Afschaffing salderingsregeling voor kleinverbruikers
De salderingsregeling voor zonnepanelen van kleinverbruikers wordt volgens het belastingplan 2025 pas in 2027 afgeschaft. Dit is belangrijk om te weten wanneer je de aanschaf van zonnepanelen als kleinverbruiker aan het overwegen bent.
Plasticheffing
In het hoofdlijnenakkoord wordt gesproken over een circulaire plasticheffing die vanaf 2028 zal worden ingevoerd. Verder is over de manier waarop dit zal worden ingevoerd of wat dit inhoudelijk betekent nog niks bekend.
Budgetreserve van VAMIL kan naar MIA worden geschoven
De willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) en de milieu-investeringsaftrek (MIA) hebben ieder jaar een budgetreserve om voortgang te blijven houden wanneer het jaarbudget op is. Echter is de budgetreserve van de MIA bijna uitgeput terwijl de budgetreserve van de VAMIL in de afgelopen jaren is toegenomen. Om dit verschil te vereffenen en te voorkomen dat ondernemers geen gebruik kunnen maken van de MIA, worden budgettekorten van de MIA aangevuld met de overschotten uit de VAMIL.
Komende veranderingen elektrische voertuigen
In 2024 was er geen motorrijtuigenbelasting (mrb) voor emissievrije personenauto’s. Vanaf 2025 wordt er een kwarttarief ingesteld. Vanaf 1 januari 2026 wordt de tariefkorting afgeschaft. Doordat emissievrije auto’s zwaardere accu’s hebben worden deze ook zwaarder belast. Om te zorgen dat er niet minder emissievrije auto’s verkocht gaan worden, geldt vanaf 2026 een tariefkorting van 25% in de motorrijtuigenbelasting voor emissievrije auto’s.
De bpm-tabel voor hybride aangedreven personenauto’s (PHEV) wordt aangepast vanwege nieuwe Europese regelgeving. Deze regelgeving leidt vanaf 1 januari 2025 tot een hogere berekende CO2-uitstoot voor PHEV’s, wat leidt tot een hogere bpm-heffing. Dit zal opnieuw toenemen vanaf 1 januari 2027, en er wordt overwogen de aparte tarieftabel voor PHEV’s helemaal af te schaffen.
In het Hoofdlijnenakkoord wordt de aanschaf van elektrische auto’s nog steeds ondersteund, maar alle subsidiëring stopt per 2025. De mrb-gewichtscorrectie voor elektrische auto’s blijft echter bestaan. Het is nog onduidelijk of de verlaagde bijtelling voor elektrische auto’s in 2025 eindigt in plaats van in 2026.
Blijvende accijnsverlaging brandstoffen
De verlaagde accijns op brandstof zal ook in 2025 blijven bestaan, hierdoor blijven de brandstofprijzen lager door deze maatregel van de Nederlandse overheid.
Wat betekent het belastingplan 2025 voor John?
Als ondernemer moet John zichzelf goed inlezen over de veranderingen in de komende jaren, om zo te kunnen blijven groeien met zijn onderneming. Zo kan John wanneer dit mogelijk is beter wachten met dividend uitkeren, om zo te profiteren van het lagere belastingtarief dat volgend jaar naar verwachting in gaat. Ook voor het vermogen van John kan het interessant zijn om aanpassingen door te voeren. Bijvoorbeeld de verwachte verlaging van de vrijstelling voor groene beleggingen. Hierdoor kan het interessant zijn om groene beleggingen af te stoten en ander beleggingen te doen, om zo meer rendement en minder kosten te hebben over het vermogen.
Samenvatting Belastingplan 2025
Zoals in dit ruim 3000 woorden tellende blog te lezen is zijn er erg veel veranderingen die naar verwachting in in 2025 en verdere jaren worden ingevoerd. Ze zijn gepresenteerd in het belastingplan 2025, maar kunnen voor de goedkeuring van de eerste en tweede kamer nog worden aangepast. Het is belangrijk om als ondernemer op de hoogte te zijn van de verwachte ontwikkelingen in de komende jaren. Zo kun je namelijk de juiste investeringen doen in je bedrijf, de juiste veranderingen doorvoeren in je bedrijf en de juiste aankopen doen met je bedrijf om zo het grootste financiële en fiscale voordeel te behalen. Stel een meerjarenplan op met deze veranderingen in gedachte en zorg ervoor dat jij de komende jaren kan blijven groeien met je onderneming.
Natuurlijk is dit een altijd veranderende lijst met veranderingen en zullen waarschijnlijk niet alle regelingen en wetten worden doorgevoerd zoals voorgesteld. Hierom is het belangrijk om op de hoogte te blijven van deze veranderingen. Houd hiervoor onze website of socials in de gaten. Heb je vragen over hoe jij het ultieme financiële en fiscale voordeel kunt behalen? Neem contact met ons op!
Levi van Stralen
Levi werkt al een lange tijd bij SFAA. Met al meer dan 6,5 jaar ervaring in het vak weet Levi ondertussen alles over finance. Levi heeft voordat hij ging werken zijn bacherlor’s degree ‘Finance & Control’ behaald aan het Windesheim. Vervolgens heeft Levi onwijs veel kennis opgedaan in de praktijk. Levi weet door zijn vele opgedane kennis ook de lastige financiële vraagstukken op te lossen.
Contactformulier
Heb je vragen over wat dit belastingplan voor jou en je onderneming betekent? Neem contact met ons op! We staan klaar om je te helpen. Wij zorgen er voor dat je in 2024 en 2025 het ultieme belastingvoordeel behaalt met je onderneming. Zo betaal je nooit een euro te veel belasting.