Wat ligt er op tafel in het belastingplan 2026? De grote thema’s: box-3-aanpassingen en vastgoedwaardering, wijzigingen in loonheffingen met de Wet VBAR, aanpassingen in btw (logies naar 21% en het níet verhogen van cultuur/sport/media), internationale rapportage met DAC9, vergroening van mobiliteit (mrb-korting EV’s, pseudo-eindheffing op fossiele auto’s) en modernisering van schenk- en erfbelasting. Deze lijnen zijn publiekelijk gedeeld en/of bevestigd in voorjaar documenten en vakpublicaties.
Wat is nog onzeker in het belastingplan 2026? Bij diverse maatregelen geldt nog “beoogd per 2026/2027”; definitieve teksten, ingangsdata en uitvoeringsdetails volgen na parlementaire behandeling. In dit artikel markeren we die punten expliciet, zodat je weet waar je alvast op kunt voorsorteren en waar je nog even pas op de plaats maakt.
Inkomstenbelasting & box 3: dit zijn de grote schuiven in het belastingplan 2026 Het voorlopige Belastingplan 2026 verhoogt de druk op “overige bezittingen” in box 3 en scherpt de waarderingsregels rond verhuurd vastgoed aan. Dat raakt ondernemers met privé beleggingen, tweede woningen en vorderingen.
Forfait overige bezittingen naar 7,78% en lager heffingsvrij vermogen Voor 2026 is het forfait voor “overige bezittingen” vastgesteld op 7,78% meld de belastingdienst. Hieronder valt bijvoorbeeld ook investeringen in aandelen, 2e woningen, crypto of andere beleggingen. Enkel spaargeld en schulden worden tegen andere percentages belast. Tegelijk daalt het heffingsvrij vermogen naar €51.396 per persoon. Het basistarief van box 3 blijft 36% volgens recente toelichtingen. Dat betekent dat vooral beleggers en bezitters van tweede woningen een hogere aanslag tegemoet zien.
Rekenvoorbeeld: wat betekent 7,78% voor jouw box-3-last? Stel dat je in privé €300.000 aan “overige bezittingen” hebt. In 2025 wordt hierover 5,88% forfaitair rendement gerekend (€17.640); in 2026 wordt dat 7,78% (€23.340). Het verschil is €5.700; met 36% tarief betekent dat circa €2.052 extra belasting, los van het heffingsvrije vermogen en eventuele schulden. Zo’n stap is substantieel genoeg om portefeuille-mix, peildatum liquiditeit en schuldpositie opnieuw te wegen.
Leegwaarderatio en verhuurd vastgoed: meer nadruk op marktwaarde Vanaf 2026 geldt dat verhuurde woningen in box 3 (en voor de Successiewet) op marktwaarde moeten worden gewaardeerd als die minimaal 10% lager ligt dan de WOZ-waarde na leegwaarderatio. Daarnaast mag de leegwaarderatio niet meer worden toegepast bij verhuur aan gelieerde partijen tegen onzakelijke voorwaarden. Zo wordt de waardering realistischer en wordt misbruik tegengegaan.
Loonheffingen & werken: VBAR, opties en HR-impact Arbeidsrelaties en werknemersparticipaties krijgen een update. Dat vraagt om herijking van contracten, tarieven en beloningspakketten.
VBAR: nieuwe toets en rechtsvermoeden bij lage uurtarieven De Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) maakt het toetsingskader explicieter: staat “werkinhoudelijke sturing” centraal of werk je “voor eigen rekening en risico”? Is dat in evenwicht, dan weegt “ondernemerschap in het economisch verkeer” mee. Bovendien komt er een arbeidsrechtelijk rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst bij een uurvergoeding tot en met €32,24. De uitvoeringsdienst noemt invoering “mogelijk per 1 januari 2026”, terwijl in de beleidscommunicatie ook 1 juli 2026 als ingangsdatum circuleert; exacte datum volgt uit de parlementaire behandeling maar lijkt toch op 1 juli 2026 te worden vastgezet.
Werknemersparticipaties bij startups/scale-ups: lager effectief tarief en latere heffing Voor startups en scale-ups wordt beoogd om het heffingsmoment op werknemersopties te verschuiven naar het verkoopmoment en de grondslag te beperken tot 65% van de waarde. Diverse adviseurs ramen de effectieve druk daardoor op circa 32% in plaats van 49,5% in box 1. Dat vermindert liquiditeitsproblemen voor medewerkers en maakt groei-participatie aantrekkelijker. Check nu alvast of jouw participatieregeling aan de criteria voor “start-up/scale-up” voldoet.
Fiets van de zaak: geen bijtelling voor deel- en hubfietsen (beoogd) Het kabinet wil verduidelijken dat fietsen die doorgaans níet thuis worden gestald, zoals deel- en hubfietsen, buiten de bijtelling vallen. Dit is een beoogde versoepeling in het Belastingplan 2026. Werkgevers kunnen straks werknemers dus voordeliger een fiets aanbieden.
Omzetbelasting & accijnzen: logies naar 21%, cultuur/sport/media blijft 9% In de btw verschuift het speelveld vooral voor hospitality, terwijl cultuur, sport en media opgelucht ademhalen.
Logies 21% per 1 januari 2026: gevolgen voor prijzen en vouchers Het verlaagde tarief voor logies (hotels, pensions, vakantie verhuur) vervalt en gaat naar 21% per 1 januari 2026 meld de belastingdienst en Ondernemersplein. Let ook op de overgangsregels: bij vooruitbetalingen en vouchers voor prestaties in 2026 is 21% verschuldigd. Hospitality-ondernemers doen er verstandig aan om contracten, vouchers, OTA-tarieven en arrangementen nu al door te lichten en prijsstrategieën aan te passen.
Cultuur/sport/media: voorgenomen verhoging definitief van tafel De in 2025 aangekondigde verhoging naar 21% gaat niet door ; het 9%-tarief blijft in 2025/2026 gelden. Ook de eerder bedachte overgangsregeling is aangepast, zodat betalingen in 2025 voor prestaties in 2026 op 9% blijven. Sector partijen behouden daarmee prijs continuïteit; check wel je contracten op tarief clausules.
Vennootschapsbelasting & internationaal: DAC 9, liquidatieverlies, MIA/VAMIL Voor bv’s en (internationale) groepen draait het om rapportage-lasten, verlies regimes en investeringsprikkels.
DAC 9/TTIR: één top-up-informatie aangifte voor Pillar Two De EU heeft DAC 9 aangenomen om de informatie-uitwisseling rond de minimumbelasting (Pillar Two) te stroomlijnen. Kern: één centrale “Top-up Tax Information Return” per groep in plaats van versnipperde lokale filings. Nederland implementeert DAC 9 nationaal; eerste aangifte (over 2024) uiterlijk 30 juni 2026. Inventariseer tijdig welke entiteiten rapportageplichtig zijn en hoe je datakwaliteit borgt.
Liquidatieverliesregeling onder het vergrootglas Na recente rechtspraak onderzoekt Financiën dekking van budgettaire derving binnen de liquidatieverliesregeling. Op Prinsjesdag 2025 komt een wetsvoorstel om de regeling te repareren en budgettaire derving te voorkomen. Dit raakt vooral concerns met buitenlandse deelnemingen. Heb je lopende of geplande liquidaties binnen de groep, breng dan scenario’s in kaart en heroverweeg timing en documentatie.
MIA-budget omhoog, VAMIL omlaag Per saldo wordt het MIA-budget verhoogd met €35 miljoen en wordt dat gedekt door een verlaging van de VAMIL-reserve. Reken voor groene investeringen door wat dit doet met je netto-investering en cashflow, en check of je project op de Milieulijst past.
Klimaat, energie en mobiliteit: mrb voor EV’s, CO₂-heffing, pseudo-eindheffing auto Het kabinet wil het wagenpark en het energiegebruik verder vergroenen. Dat werkt door in je kosten per kilometer en in je energienota.
MRB-korting EV’s: 30% in 2026–2028 en 25% in 2029 Elektrische personenauto’s houden volgens het voorlopige belastingplan na 2025 korting op de motorrijtuigenbelasting. Voor 2026–2028 wordt de korting verhoogd naar 30% (beoogd volgens belastingdienst) , in 2029 25%, waarna de korting in 2030 vervalt. Dit dempt de gebruikskosten van EV’s en moet de uitfasering van fossiel versnellen; neem dit mee in je TCO-calculaties en provinciale opcenten.
52% pseudo-eindheffing voor fossiele auto’s met privégebruik (beoogd per 2027) Naast de reguliere bijtelling introduceert het kabinet een werkgeversheffing: 52% over de grondslag van de bijtelling voor niet-emissievrije auto’s van de zaak die privé worden gebruikt. Dit zal naar waarschijnlijkheid wel pas in 2027 worden doorgevoerd. Dit maakt fossiele lease aantoonbaar duurder en dwingt tot herijking van je wagenparkbeleid. Rekenvoorbeeld: cataloguswaarde €50.000 → bijtelling 22% = €11.000; 52% pseudo-eindheffing ≈ €5.720 per jaar extra voor de werkgever.
Energiebelasting: vaste vermindering omhoog naar €529,10 (2026) Huishoudens en kleinverbruikers profiteren in 2026 van een hogere vaste vermindering op de energiebelasting: €529,10. Voor bedrijven met doorbelasting aan huurders/werknemers is dit relevant bij servicekosten en prijscommunicatie.
Schenk- en erfbelasting: moderniseren en verruimen termijnen De Successiewet wordt aangepast om beter aan te sluiten bij moderne gezinssituaties en praktische uitvoerbaarheid.
Gelijke behandeling biologisch kind en 180-dagen-schenking Niet-erkende biologische kinderen met aantoonbare “family life” worden voor schenk- en erfbelasting gelijk behandeld aan juridische kinderen. Daarnaast wordt beoogd een schenking binnen 180 dagen vóór overlijden niet langer als schenking aan te merken, zodat geen dubbele aangifte druk ontstaat; verrekening met erfbelasting volgt dan systematisch. Dit vergt zorgvuldige dossiervorming rond afstamming en schenkingsdata.
Aangiftetermijn erfbelasting naar 20 maanden en minder rente De aangiftetermijn in de erfbelasting wordt verlengd van 8 naar 20 maanden, waardoor nabestaanden meer tijd krijgen en belastingrente later aanvangt. Leg in je estate-planning vast wie de regie neemt, zeker bij ondernemingsvermogen en buitenlands vermogen.
Als echtgenoten vlak voor overlijden hun huwelijksgemeenschap ongelijk verdelen, zodat de langstlevende meer dan 50% van het vermogen krijgt, wordt het meerdere belast met schenk- of erfbelasting. Deze maatregel geldt met terugwerkende kracht vanaf 18 april 2025.
Er zijn in 2026 geen inhoudelijke wijzigingen in de BOR. Alleen technische correcties zijn doorgevoerd. De eerder vastgestelde aanpassingen per 2025 en 2026 blijven gelden, zoals de verkorting van de voortzettingseis van 5 naar 3 jaar.
Regelgeving & fiscale aandachtspunten – met data (2025–2029) Een aantal maatregelen geldt al of is hard op weg; andere hangen nog af van de behandeling van het voorlopige Belastingplan 2026. Houd daarom een jaarkalender bij met concrete datums, en documenteer je besluitvorming.
Wat staat al vast of is beleidsmatig bevestigd? Btw logies → 21% per 1 januari 2026 , met overgangsregels: vooruitbetalingen/vouchers in 2025 voor prestaties in 2026 vallen onder 21%. (Status: in Belastingplan opgenomen, nog formele bekrachtiging, maar beleidsmatig bevestigd.)
Cultuur/sport/media blijven 9% ; voorgenomen verhoging naar 21% is van tafel en wordt niet doorgezet in 2026.
Box 3 : forfait “overige bezittingen” richting ~7,77% in 2026 en lager heffingsvrij vermogen (ca. € 51.396 p.p.) conform voorjaarsdocumenten/beleidslijn. (Definitieve wetsteksten volgen, maar lijn is bevestigd.)
EV-MRB-korting : 30% in 2026–2028 , 25% in 2029 , daarna geen korting meer.
DAC9 / TTIR : eerste Top-up Tax Information Return over boekjaar 2024 uiterlijk 30 juni 2026 indienen (en uitwisseling van gegevens uiterlijk 31 december 2026).
Wat hangt af van Prinsjesdag en parlementaire behandeling? Pseudo-eindheffing 52% voor fossiele leaseauto’s (vanaf 2027) : opgenomen als voornemen in het pakket 2026; moet nog door Tweede/Eerste Kamer. Reken pas na publicatie in Staatsblad een definitief implementatiemoment door.
Wet VBAR (rechtsvermoeden bij laag tarief) : beoogde ingangsdatum 1 juli 2026 , uurtariefgrens rond € 36 en indexerend met het minimumloon; nog onder voorbehoud van uitvoerbaarheid en parlementaire behandeling.
Fiets van de zaak (deel-/hubfietsen) : voornemen om géén bijtelling te laten gelden als de fiets niet thuis wordt gestald; onderdeel van Belastingplan 2026 en nog niet definitief.
Leegwaarderatio/waardering verhuurd vastgoed : verdere aanscherping/uitwerking wordt nog politiek afgerond. Let op: nu al mag de werkelijke waarde worden gebruikt als die ≥ 10% lager is dan de WOZ-waarde na leegwaarderatio; eventuele extra aanscherpingen volgen de wetsbehandeling.
BOR en bedrijfsopvolging : in 2026 geen nieuwe inhoudelijke wijzigingen voorzien (wel technische correcties). Eventuele verdere verfijningen worden later verwacht; volg Kamerbehandeling voor actualiteit. (Bronnen over 2026-pakket melden geen materiële aanscherping van de BOR.)
Veelgemaakte fouten rondom Prinsjedag & hoe je ze voorkomt Bij overgangsjaren ontstaan de meeste missers niet door onwil, maar door timing en details. Wie de basis op orde heeft, voorkomt naheffingen en onnodige kosten.
Box 3 herstructureren op de verkeerde peildatum Verkopen, aflossen of spreiden vlak na de peildatum levert zelden voordeel op. Stuur op de vermogensmix voor 1 januari 2026 als je gevoelig bent voor het 7,78%-forfaitaire rendement, en leg keuzes vast voor het dossier.
Logies met het verkeerde btw-tarief factureren Bij vooruitbetalingen voor prestaties in 2026 hoort 21% btw voor logies, óók als de betaling in 2025 plaatsvond. Check je facturatieflows, OTA-instellingen en voucher-teksten zodat je niet corrigerend hoeft op te treden.
VBAR onderschatten: “uurtarief is hoog, dus veilig” Het nieuwe rechtsvermoeden werkt bij lage tarieven, maar de kern blijft de wijze van aansturing en ondernemerschap. Borg dat je opdracht relaties en tariefafspraken de nieuwe toets doorstaan en leg vast waarom.
Praktische stappen voor jouw mkb in Q3–Q4 2025 Wachten op definitieve wettekst hoeft niet te betekenen dat je stilzit. Juist nu zet je de lijnen uit voor 2026, kijkend naar het voorlopige belastingplan 2026 en mogelijke wijzigingen hier in.
Wagenpark en mobiliteit Maak een wagenpark-TCO met scenario’s: EV versus fossiel, rekening houdend met mrb-korting en een mogelijke pseudo-eindheffing. Kijk naar mobiliteitsbudgetten, deelmobiliteit en parkeerbeleid. Leg in autoregelingen vast wie welk risico draagt en wanneer je mag heronderhandelen bij wetswijziging.
Btw en pricing Hospitality-tarieven, vouchers en contracten check je op 21% logies. In andere sectoren die op 9% blijven, verwerk je juist de bevestiging van het lage tarief in je offertes en kassasystemen. Train front-office en financiële administratie op de overgangsregels.
Vermogen en vastgoed Weeg je privé portefeuille en tweede woning opnieuw: liquiditeit rond peildatum, schuldpositie, en waar relevant de mogelijkheid van lagere marktwaarde bij verhuur. Laat taxaties tijdig uitvoeren en leg huurvoorwaarden zakelijk vast.
HR en contractering Screen zzp-relaties op VBAR-risico’s, documenteer aansturing en tarieven en herijk modelovereenkomsten. Overweeg een werknemersparticipatie voor key-talent als je in de startup/scale-up-definitie valt, zodat je klaar bent zodra de regeling live is.
Conclusie voorlopig Belastingplan 2026 – Zekerheid creëren in een bewegend speelveld Het voorlopige Belastingplan 2026 raakt vrijwel iedere mkb’er: hogere box-3-druk voor overige bezittingen, btw-aanpassingen in hospitality, een steviger toets voor arbeidsrelaties, internationale rapportage-plichten, vergroening van mobiliteit en modernisering van de Successiewet. Een deel ligt vast of is beleidsmatig bevestigd; een deel is nog “beoogd” en wacht op definitieve wetgeving. Wie nu al scenario’s doorrekent, contracten opschoont en datastromen op orde brengt, stapt met minder risico 2026 in.
Nawoord over bronnen
De inhoud hierboven is gebaseerd op de officiële overheidspagina’s en recente vakpublicaties, waaronder: Belastingdienst over btw logies en cultuur/sport/media, RVO/Business.gov.nl en EY over mrb-korting en DAC 9, uitvoeringsdocumenten over VBAR, en vak alerts over box-3-percentages en het heffingsvrij vermogen. Voor specifieke maatregelen die nog parlementair behandeld worden, zijn datums en details “beoogd” en kan de uiteindelijke wettekst afwijken. Deze blog zal gedurende er meer veranderingen worden vastgesteld worden bijgewerkt. Laatste update: 11-09-2025.